Hoe Ik Pudding Ruik
Wat in oorsprong een programma over zigeuners had moeten worden, ontpopte zich tot een zoektocht naar mijn jeugd. Een ware queeste waar Monty Python met hun graal een puntje aan kon zuigen! Ehem … Mijn graal bleek echter een bakje vanille pudding … met harde stukjes. Het begon allemaal met de vondst van een kindertruitje in de la van mijn helderziende overbuurvrouw Van den Oetelaar en eindigde met de film van mijn leven in kamer 254 in het G.G.G. (Gesticht der Geheugen Gestoorden).
Als je het voorgaande leest zou je zeggen dat het een volstrekt maf programma was, en dat klopt. Allen die er overeenkomsten met het gedachtegoed van Marcel Proust in ontdekten en vooral de bezoekers wier levensinzicht aanmerkelijk is vergroot door deze voorstelling … bied ik mijn welgemeende excuses aan.
2003, Heeswijk, de Kersouwe
Boeren bellen me wel ’s op als het een tijd lang droog is geweest. Mark, kun je niet weer ’s in de Kersouwe komen optreden? Dan regent het weer ’s ….
Inderdaad, ik heb denk ik inmiddels 25 keer in het Brabantse openluchttheater gestaan en het heeft er 25 maal geregend.
In 2003 zag het er voor het eerst hoopvol uit. Strakblauwe lucht. Had ik toen mijn grote mond maar gehouden. Maar nee, ik kwam arogant op, keek omhoog en zei “Wie heeft de sprinklerinstallatie uitgezet? Nou…?” Drie minuten later hoorden we een licht gebrommel in de verte. Jawel, onweer op komst. En hoe?!
Die avond is de bliksem in onze lichtinstallatie geslagen. Ik heb nog even tussen het publiek doorgespeeld … maar met 800 drijfnatte mensen om me heen was dat niet echt overzichtelijk meer. Anderhalf uur later kon de show verder.
2004, Oisterwijk, het Cultuurcluster
Ik had begrepen dat de zaal sowieso zou moeten worden afgebroken. En onze toernee zat er ook bijna op die 24e januari. Dus zo erg was het nou ook weer niet. Ach, het zal misschien iets met de voorstelling in het Koningstheater de dag ervoor te maken hebben. Daar waren opnames gemaakt voor Pasen bij Omroep Brabant. De stress was dus voorbij ….
Het gebeurde in deel 2 van de voorstelling. In de pauze had technicus Jeroen Smits zoals altijd het kleine wollen truitje in het koelkastje gestopt. Bij het openmaken van het koelkastje zou het licht in de koelkast aangaan en ik zou er het truitje uitpakken. Althans dat was de bedoeling. Maar Jeroen deed de lamp dus een half uur te vroeg aan. En daar kon het wollen truitje daarbinnen niet tegen. Toen ik in mijn verhaal aankwam in het G.G.G. (Gesticht der Geheugen Gestoorden) begon het op het podium verdacht te stinken. De kroketten voor na afloop, dacht ik eerst nog. maar toen er een hele walm het podium overstak en er vanuit het publiek werd gegild werden Jeroen en ik wakker. Hellup, het truitje staat in de fik. Kordaat optreden van mijn kant heeft een Oisterwijkse ramp voorkomen: ik heb het brandende truitje uit het kastje gepakt en ik ben er op gaan staan. Ik wacht nog op mijn lintje.
(wat stinkt het hier).