Published On: zo, feb 4th, 2001

Knurft

“Ik hoop niet dat ik je beledig Mark, maar je hebt totaal geen aanleg”.  Danslerares Dimphy van Alphen draaide er niet omheen na mijn eerste dansles. Ik had duidelijk geen “soul” in mijn heupen. En toch, Marvin Gaye, The Jackson Five, The Tramps, ik heb er heerlijk op staan dansen. Na de laatste voorstelling en anderhalf jaar van hardnekkig oefenen kwam er in Gorinchem een mevrouw op me af die zei: “Erg leuk, maar weet je wat JIJ ´s moet doen? Dansles nemen.”


2001, Gouda Schouwburg
Tegenwoordig heb ik er eentje die gaat piepen alsie leeg is. Maar toen bestond dat geloof ik nog niet. Ik doel op mijn benzinemeter. Op weg naar Gouda sloeg dus het noodlot toe. Hakkepuf prut klaar. Geen benzine meer. De ANWB gebeld. Daar werd ik ontvangen door een lekker soulnummertje: “I’ll be there”. Wat een toeval, dat gebruikte ik ook tijdens mijn voorstelling.  Als slotnummer. Volgens de ANWBjuffrouw zou er snel een wegenwachter komen. Gelukkig was ik ruim op tijd vertrokken dus tijd genoeg. Maar om zes uur was er nog steeds niemand. Ik heb die avond het nummertje I’ll be there zeven keer gehoord. Maar geen ANWBer gezien.

Om half acht heb ik een taxi gebeld, in Ede. Na een kwartier verscheen er een imposante Mercedes. De bestuurder liep tegen de 70 en zo hard reed hij ook. Op mijn vraag of hij niet de normale snelheid van 120 kon rijden zoals de rest zei de man dat hij net aan een liesbreuk was geopereerd en dat hij het gaspedaal niet lekker in kon drukken.
Om half negen exact kwamen we bij de schouwburg in Gouda aan. Maar daar bleek ik nog te moeten pinnen. Dus weer Gouda in. In de stad rende een jongen hard richting schouwburg. Toen hij me zag minderde hij vaart. Oh, zei hij, als jij HIER staat, kan ik nog wel even rustig aan doen. Juist toen men het publiek voor een kopje koffie weer de foyer in wilde jagen kwam ik op. Later bij het nummer I’ll be there verscheen wat schuim op mijn lippen.


2002, Best, de Prinsenhof
In Best heb ik heel wat try-outs gegeven. De eerste keer werd me gevraagd hoeveel pauzes ik had. En toen wist ik dat het geen reguliere voorstellingen zouden worden. Er is altijd veel commotie en hilariteit. Gelukkig weet ik ze inmiddels te zitten, de jongens van de hockeyclub.
Ik speel altijd twee dagen achter elkaar. lekker handig, kan ik de hele zut laten staan. Dit jaar werd mij na de voorstelling verzocht of ik na afloop de kleedkamer leeg wilde achterlaten. De volgende dag bleek waarom. Op mijn kaptafel lag nog een grote bos bloemen met een groot lint “Rust Zacht”. De kist was koud weg.


 

About the Author

-