“Als rechtsgeleerde uit Slabroek, een buurtschapje hier zo’n 18 kilometer vandaan, tegen de landsgrens met het Hertogdom Brabant, mag ik U … namens de Keurvorst … Neuburg … hartelijk welkom heten in één van de 11 vestingsteden van de Zuidelijke waterlinie: de hoofdstad van het Land van Ravenstein … Ravenstein.” Zo ongeveer, begon mijn speech tegenover stadsbrasserie de keurvorst in …jawel Ravenstein. En verder ging het over de voor Brabanders noodlottige slag van Niftrik 1388, de Vrede van Ravenstein, de Velpse paters Capucijnen, nou ja, waarover had ik ’t niet? Je hoorde het orgeltje van de Garnizoenskerk en de kanonnen op het Bokdeel ondertussen daveren. En dat allemaal onder generaal Pichegru en naast de schandpaal. Natuurlijk had een echte kenner mij van advies gediend, namelijk edelsmid en stadshistoricus Joost Vlemmix. Hij moet me gehoord hebben, want ik had die avond geen stem meer over. Enfin, de Zuiderlijke Waterlinie is (weer) geopend, en de wandelpaden spreken tot de verbeelding. Ook in die andere 10 vestingsteden. Ideetje?